Recensies

Glasatelier Immanuel - Kunst aan de bouw

Recensies

Artikel uit Regiokrant 25 september 1999 door Henk Naaijkens:

Sibylle Gielen: mens en glas zijn met elkaar te vergelijken


Het kerkje in de Tilburgse Gasstraat valt nauwelijks op. Sinds de Nederlands Hervormde gemeenschap geen gebruik meer maakt van deze gebedsruimte heeft het pand een andere bestemming. Kunstenares Sibylle Gielen heeft hier een geschikte omgeving gevonden om de glas-in-lood kunst te ontdoen van een oubollig imago. Het oude kerkje geeft haar de mogelijkheid om haar visie op glas in de breedst mogelijke zin te etaleren. Dat werd ook tijd na vijftien jaar zoeken, want “onbekend maakt onbemind”, merkt zij op over een zeer kleurrijke kunstvorm die onterecht weinig bekendheid geniet.

Jugendstiltje

“Doe mij maar een Jugendstiltje”, krijgt ze wel eens te horen van een opdrachtgever. Glas-in-lood kunst wordt vaak geassocieerd met oude kerkramen en een decoratieve stijlperiode rond de (vorige) eeuwwisseling. Sibylle Gielen kan het maken, die gewenste Jugendstil of de restauratie van een oud kerkraam. Zij heeft echter de ervaring dat steeds meer mensen “in” zijn voor moderne ontwerpen in glas-in-lood. Daar heeft zij in de eerste plaats zelf voor gezorgd. Het imago van glas-in-lood had lange tijd een muffig cachet en was nodig toe aan een grondige herziening. Na jaren van hard werken heeft zij in haar glasatelier in de Gasstraat eindelijk de mogelijkheid om deze zeer bijzondere vorm van transparante creativiteit te ontdoen van een zekere suffigheid en gedateerdheid. In een sfeervolle en toepasselijke omgeving kan zij nu aan particulieren en instanties laten zien welke kanten je allemaal op kunt met glas. Daar is echter wel het een en ander aan vooraf gegaan.

Veilige academie


Als dochter van Pools-Duitse ouders groeide zij op in een milieu waar kunst een gewoon onderdeel van het dagelijks leven was. Haar vader leerde haar tekenen, want als musicus wenste hij voor zijn dochter een toekomst met meer zekerheid. “Hij wilde me op een ‘veilige’ academie”, vertelt ze, terugblikkend op een periode die het allereerste begin vormde van haar ontwikkeling als kunstenares. De muziek had niet haar eerste voorkeur, maar al op jonge leeftijd wilde ze toneelbeelden maken en was ze geinteresseerd in regie en dramaturgie, daartoe ook geinspireerd door haar geemancipeerde moeder. Op de academie in Krefeld leerde zij de technieken van glasschilderkunst, mozaïek, muurschildering, etsen en restauratie van glas-in-lood. Dat bracht haar in de richting van monumentale kunst in de bouw, waardoor zij ook architectuurtekeningen moest kunnen lezen. Met deze academische bagage had ze voldoende technieken onder de knie om met succes een bestaan als kunstenaar op te bouwen.

Kunst omdat het moet


In 1968 verhuisde ze naar Nederland. Haar voorvaderen waren ook van Nederlandse afkomst en indertijd naar Polen geemigreerd om de befaamde Nederlandse kennis over waterhuishouding toe te passen op de Poolse moerasgronden. Watermanagement avant-la-lettre in dit verband en de cirkel was dus rond. Op de nieuwe voedingsbodem zou ze zich verder moeten ontwikkelen in een discipline die vooral in kerkelijke kringen bekendheid genoot. Bovendien kon het Nederlandse kunstklimaat haar niet in alle opzichten bekoren, al was het alleen al vanwege de titel van een kunstprogramma op de televisie: “Kunst omdat het moet.” Haar verontwaardiging over deze Tros-titel is groot, begrijpelijk voor iemand die is opgevoed in een cultuur waar kunst een vanzelfsprekend onderdeel van het leven vormt. Toch slaagde ze erin om definitief haar artistieke voet aan de grond te krijgen, zowel in creatieve zin als in zakelijk opzicht. Daarvoor moest ze haar boerderij in het landelijke maar geisoleerde Baarschot inruilen voor het kerkje in de Tilburgse metropool. “De uitdrijving uit het paradijs”, concludeerde haar zoon tijdens de verhuizing.

Performance in glas


Doordat ze jarenlang zonder opdrachten zat ging ze op zoek naar andere vormen. Als lid van de avant-garde groep “De Fabriek” uit Eindhoven en via “Documenta” in Kassel kwam ze met de performance in aanraking. Zij ontwikkelde haar “Performance in glas,” een toneelopvoering in glas en een unieke toepassing van het materiaal. “Mens en glas zijn met elkaar te vergelijken: breekbaar, hard, scherp helder. Een landschap in de nevelwolken in een blauwe lucht, de scherpe lijn van een bergketen, het ijs dat drijft op het water, het kind dat speelt in een plas water. De klank en de kleur van glas, glasheldere muziek in een middeleeuwse abdij. Glas is een fantastische metafoor om je te uiten!” Zij paste deze theatervorm met veel succes toe met haar Glastheater in Graz en ontving hiervoor een prijs van de stad Fürth. Haar eerste presentatie in Tilburg was een afknapper. Hoewel zij vermeld stond in de catalogi van de belangrijkste kunsthuizen van Europa, verliet de recensent voortijdig haar presentatie.

Spel met licht


Intussen heeft haar ‘spel met licht’ Sibylle Gielen de nodige opdrachten opgeleverd in binnen- en buitenland. In Veldhoven voltooide ze een groot restauratiewerk van monumentale ramen van Laudy, ze restaureerde een kapel in Den Haag, ontwierp (glazen) decors en kostuums voor haar eigen toneelgezelschap en schreef een jeugdtoneel voor het theater in Graz. Haar grootste project is te zien in de Hazelaar te Tilburg, waar ze de ramen voor de kapel ontwierp en, zeer opvallend, het ‘snoezelbad’ op een bijzondere manier voorzag van glas-in-lood. Voor een tentoonstelling ontwierp ze een serie materiaalcollages, geïnspireerd op “De kleine zeemeermin” van dichteres Judith Herzberg. Behalve van instellingen krijgt ze ook veel glas-in-lood opdrachten van particulieren. Ze ontwierp onder andere een glazen deur van een doktershuis en maakte beeldhouwwerk in mozaiek, zelfs een compleet interieur van glazen objecten!

Haar catalogi bevatten geïnspireerde en kleurrijke voorbeelden van haar toepassingen met het materiaal glas, die menig scepticus zullen overtuigen van de mogelijkheden. “Ik heb alle technieken in huis: glas-in-lood, glasapplicatie, muurschildering en glasmozaïek. Die leveren een kruisbestuiving op van verschillende mogelijkheden, die ik in mijn atelier kan tonen.”

Nostalgiegolf


De belangstelling voor glas begint steeds meer te leven. Vanaf september start zij met een serie tentoonstellingen die tot ver in het jaar 2000 doorloopt. Dat is volgens haar in Nederland nog nooit voorgekomen. In landen als Polen en Oostenrijk bestaat wel een glastraditie. “Het is een soort renaissance op wat er vroeger uitgesmeten is”, volgens Sibylle Gielen, “een nostalgiegolf die op de duur ook weer wegebt.” Wat haar betreft blijft die golf nog even voortleven. Ze probeert met excursies de belangstelling voor glas levend te houden, geeft les aan jonge architecten in het Glasmalerei-Museum in Linnich (Duitsland), aan cursisten in de WerckWinckel in Hilvarenbeek en in haar eigen atelier. Ze vecht ook voor een opleiding in Nederland, want die ontbreekt op dit moment nog. “Iedereen heeft de behoefte om te decoreren, dat is ieder mens ingegeven en ieder mens kan het ontwikkelen. Je kunt dingen uit jezelf halen waar je nauwelijks weet van hebt. Die overstijgen het niveau van decoreren.”